Gebiedskompas
Karakter, Bijzonder kansen en opgaven
Gebiedskompas - Heide- en veenontginningslandschap
Typering
Het stelsel van kanalen, vaarten en wijken vormt de basis van het ontginnings-landschap. Haaks op de kanalen liggen de wijken. Dit geeft het gebied een duidelijk rationele opzet. De oriëntatie en richting van de verkaveling wisselt en hangt samen met de wijze waarop het gebied stap voor stap is ontgonnen.
De dorpen De Wilp en Zevenhuizen zijn langs het kanaal gegroeid. In het buitengebied liggen de erven als beplante eilanden aan de wegen en vaarten. Hierdoor ontstaan er lange bebouwingslinten met regelmatige doorzichten naar het achterliggende landschap. In het landelijke gebied liggen verspreid boerenerven en bosjes. Veel wegen zijn beplant net als de erven. Ook komen er op verschillende plekken houtsingels voor. Het gebied heeft daardoor een half-open karakter.
Ligging Heide-/veenontginningslandschap (Bron: Libau)
Waarden
- Stelsel van kanalen en wijken als basis voor de ontginning van het landschap.
- Langs de kanalen liggen lange bebouwingslinten die zijn uitgegroeid tot dorpen.
- Bosgebieden
- Een patroon van vaak langgerekte percelen haaks op de ontginningsas.
- Waardevol landbouwgebied
- Houtsingels op perceelgrenzen, vooral in de omgeving van De Wilp.
- Bebouwing is overwegend kleinschalig en eenvoudig van karakter.
- Hoofdwatersysteem omgeving Zevenhuizen, met de Jonkersvaart/Wilpstervaart en Leekster Hoofddiep als verzamelplekken voor de waterafvoer vanuit de wijken.
- Restanten van pingoruïnes en oude waterlopen.
- Het gebied ademt de sfeer van de verveners en de landadel van Nienoord en de Coendersborgh.
Koers en keuzes
- Het gebied kent in de huidige situatie een keur aan functies: agrarische bedrijven, woningen en kleinschalig bedrijvigheid. Geen van de functies kan als primair of dominant worden beschouwd. We zien het gebied daarom als een multifunctioneel gebied. Dit betekent dat de bestaande functies zich kunnen ontwikkelen, passend binnen de bestaande kwaliteiten.
- Dit deelgebied zien we als een zoekgebied voor bosaanplant voor productie en voedsel en CO2-opslag. Dit zoekgebied leggen we primair in de besloten delen van dit deelgebied. We zien bijvoorbeeld kansen in de vorm van landgoederen.
- Wat betreft natuurontwikkeling zien we ruimte voor de ontwikkeling van bosjes als stapsteen. Uitgangspunt vormt daarbij de versterking van het coulissenlandschap met daarbij de inzet van inheemse flora. ln het coulissenlandschap staan de houtsingels onder druk. De komende periode zal gebruikt worden om samen met partners (zoals LTO, Staatsbosbeheer, het Platform Natuur en Milieu, e.a.) het beheerplan nieuwe invulling te geven. Zodat dit uitgangspunt kan zijn voor verder te ontwikkelen beleid en beheer.
- In de ‘Visie hernieuwbare elektriciteit’ staat een belangrijke richtinggevende uitspraak over het Heide- en veenontginningslandschap, namelijk: ‘het gebied lijkt zich te lenen voor een gebiedstransformatie, beredeneerd vanuit de verschillende opgaven die op ons landschap afkomen. Te denken valt daarbij aan klimaatadaptatie, verhogen van de biodiversiteit, klimaat-bossen, het tegengaan van veenoxidatie en de relatie met de PAS en andere aspecten. De landschappelijke inpassing van de energietransitie opgave is hierin volgend. Het onderzoek naar de omvang en impact van de gebiedstransformatie gaat van start en zoekt naar de integrale inpassing van de genoemde thema’s in dit gebied’.
Dit maakt dat de koers voor het Heide- en veenontginningslandschap onderwerp is van nadere studie. Te zijner tijd zullen de uitkomsten van die studie worden verwerkt in de Omgevingsvisie.
- Wat betreft recreatie zien we kansen voor kleinschalige waterrecreatie (kanoën, roeien en sloepvaren), voorzieningen op- en langs het water (zitplekken langs het water en rustpunten voor waterrecreanten), fiets- en wandelmogelijkheden, mogelijkheden voor ruiterpaden en kleinschalige vormen van recreatie. We zien mogelijkheden om aan te sluiten bij Bakkeveen en het Ronostrand en willen deze benutten. Ook willen we het gebied rondom Coendersbos, en het Nanninga’s bos verder ontwikkelen.